Chemie onderweg naar klimaatneutraal en circulair
De VNCI presenteerde gister het rapport ‘Van Routekaart naar Realiteit’, waarin de route wordt getoond naar een klimaatneutrale en circulaire chemische industrie in 2050. Over die weg sprak de VNCI met een aantal personen die vanuit verschillende perspectieven bij die route zijn betrokken.
De eerste, tamelijk concrete vraag die naar voren komt op het webinar is of het gaat lukken om in 2050 klimaatneutraal en circulair te zijn. Volgens VNCI-directeur Manon Bloemer zou dat moeten lukken: “In theorie is het haalbaar, maar daarvoor zijn er wel verschillende technologieën nodig die we naast elkaar zullen moeten gaan inzetten. Je moet niet inzetten op één specifieke technologie: we hebben ze allemaal nodig. Daar wil ik graag aan toevoegen dat de industrie in z’n geheel, dus niet alleen de chemie, daar ook echt een rol in wil spelen. Wij, de industrie, willen een onderdeel uitmaken van de oplossing.”
Schoorstenen vs materialen
Volgens Martijn Broekhof, Hoofd Klimaat, Energie en Duurzaamheid bij de VNCI, is het, als het om de chemie gaat, belangrijk om op te merken dat het niet alleen om de uitstoot uit de schoorstenen moet gaan. “Wij moeten heel sterk kijken naar de grondstoffen die in onze producten worden verwerkt. Van onze totale CO2-uitstoot gaat er 40 procent uit de schoorstenen en zit de andere 60 procent in die materialen. Ook de input-kant moet dus van fossiel naar duurzaam. Dus de basis van nieuwe producten wordt waterstof, bioafval en grondstoffen uit mechanical en chemical recycling.”
Opschaling
Volgens Broekhof is het essentieel om nu al de koppeling tussen ‘de schoorsteen’ en ‘het product’ te maken. “Die twee staan niet los van elkaar. De overheid kijkt teveel naar wat er uit die schoorsteen komt.”
Daarbij worden opschaling van recycling, samenwerking tussen de ketenpartners, goede infrastructuren voor reststromen, elektriciteit en waterstof, en duidelijke randvoorwaarden vanuit de overheid zeer belangrijk. En dan ontstaat er ook een verdienmodel, meent Broekhof: “Technieken die we ontwikkelen die de basis vormen van de circulaire economie kunnen we ook weer verkopen in het buitenland. Een slim subsidiebeleid betaalt zichzelf dus ook terug.”
Uitvinders
Maar volgens Bloemer draait het niet alleen maar om de technische kant: “We willen als chemie ook laten zien dat we dit kunnen en willen. Dat moeten we ook aan de jonge generatie laten zien: we zijn niet meer de vieze chemie achter de hekken, maar de uitvinders van de oplossing van het probleem.”
Vervangen
Bart Dautzenberg, Senior Project Manager Corporate Sustainability bij Sabic, vertelt: “Chemelot wil zich als circular hub promoten en daar zijn we blij mee. We zijn bij Sabic vandaag de dag in staat om op basis van recyclable of renewable grondstoffen producten aan te bieden aan klanten. Dat willen we gaan opschalen. Tweede helft volgend jaar komt daar een nieuwe fabriek voor op onze site. We werken samen met diverse partners, bijvoorbeeld Plastic Energy. Het doel is om zoveel mogelijk fossiele grondstoffen te vervangen door duurzame grondstoffen.”
Daar staat echter tegenover dat er nog enorme stappen moeten worden gezet. Dautzenberg: “Eén procent van onze krakers werkt circulair. Opschaling is dus echt nog nodig.”
Terug naar de tekentafel
Ook Michelle Prins, Senior Project Manager bij Natuur & Milieu, is enthousiast over het recente rapport: “Ik ben vooral blij dat de verbinding wordt gemaakt tussen de CO2 die uit de schoorstenen komt en de CO2 die in de producten zit. Het is daarnaast ook een compleet rapport. Er had wat mij wel meer aandacht mogen worden besteed aan de verbranding van plastics.”
Volgens Prins is het belangrijk dat bedrijven in de chemie zo snel mogelijk aan de slag gaan. “Probeer niet op basis van je huidige business model te kijken hoe je circulariteit kunt inpassen, maar probeer anders te denken en ga terug naar de tekentafel met circulariteit als einddoel.”
Onder de links kun je lezen wat er verder aan bod kwam bij het webinar.
Kijk hier het webinar terug en download ook hier het rapport.
Klik hier voor meer VNCI nieuws.
Michael Schlaug, Managing Director en Plant Owner bij Yara, is het eens met Prins, maar maakt de kanttekening dat er wel een business model moet zijn. “In Noorwegen stond een fabriek waar groene waterstof werd geproduceerd, maar die hebben we in ‘91 moeten sluiten omdat het niet rendabel was. Daar komt bij dat er een goed level playing field nodig is om de chemie in Nederland te houden.”
Vereenvoudig verpakkingen
Ook de afvalsector zal een grotere rol gaan spelen in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst, General Manager bij Afvalfonds Verpakkingen vertelt: “Er zijn grote veranderingen gaande. Toevallig is net bekend geworden dat het verbranden van afval vanuit de EU steeds moeilijker wordt. We willen allemaal naar circulariteit, maar plastics zijn bijvoorbeeld lastig te recyclen. Ik zou dan ook een oproep willen doen naar chemie: vereenvoudig de verpakkingen, zodat recycling makkelijker wordt. Ik ben daarnaast voorstander van producentverantwoordelijkheid: zorg er voor dat degene die het product maakt ook verantwoordelijk wordt voor de recycling er van. We hebben hier in Nederland ook echt de mogelijkheid om een verandering in gang te zetten, juist omdat we hier een grote chemie en een grote verpakkingssector hebben.”
Dautzenberg is het daarmee eens: “Wat mij betreft gaan we niet op de rest van de wereld zitten wachten. Laten we maar voorop lopen en de rest van de wereld meetrekken.”
Snelheid
Schlaug merkt daarbij op dat het huidige subsidiesysteem en de snelheid waarmee daarop moet worden ingespeeld misschien niet de beste manier van werken is. “We moeten nu soms voorstellen indienen, waarvan we alle effecten en kosten eigenlijk nog niet eens hebben kunnen rondrekenen. Het kan dus zijn dat we een voorstel indienen, waarvan we achteraf berekenen dat het nog verder geoptimaliseerd kan worden.”
![](https://www.processcontrol.nl/wp-content/uploads/2025/01/PC-nieuwsbrief-banner-728x90-1.gif)