Hoe meer regels hoe veiliger? Helaas niet. Veiligheid bij bedrijven staat los van het moeten voldoen aan de vele regels. Ook het zwaaien met straffen of sancties helpt niet, het werkt vaak zelfs averechts.
Wat wel werkt is een goede veiligheidscultuur, waarbij het nemen van verantwoordelijkheid en leervermogen de sleutelwoorden zijn. Aan elk ernstig ongeluk gaan vele bijna-ongelukken of incidenten zonder letsel vooraf. Een veel gebruikt model dat daar aantallen aan hangt is de ‘IJsberg’ van Lateiner. Deze ziet er als volgt uit:
- 1 ongeval met zeer ernstig letsel of dodelijk;
- 30 ongevallen met zwaar letsel en verzuim;
- 300 ongevallen met letsel;
- 3.000 bijna ongevallen zonder letsel;
- 30.000 onveilige handelingen en of situaties.
Die ijsberg is een metafoor: de 3.000 ongevallen zonder letsel en de 30.000 (!) onveilige handelingen en of situaties bevinden zich onder water en dus uit het zicht. Door de onveilige handelingen en de bijna-ongelukken boven water te halen, serieus te nemen en te gebruiken om ervan te leren, kan de veiligheid verbeteren en kunnen échte ongelukken voorkomen worden.
Dat bereik je dus niet door er meer en meer regels op los te laten. Toch gebeurt dat nog steeds. Ook met de nieuwe Omgevingswet probeert men alles dicht te timmeren, alles te vangen in wet- en regelgeving. Ik vrees dan ook dan dat deze wet het verschil niet zal maken, daarvoor is bij de overheid een cultuuromslag nodig.
De ijsberg van Lateiner is niet onomstreden, maar laat in elk geval helder zien dat een enkel incident niets zegt over de borging van risico’s, net als het uitblijven van (zichtbare) incidenten niets over de veiligheid bij een bedrijf zegt. Bij een incident direct overgaan tot sanctioneren heeft dan ook geen enkele zin, omdat je dan eenvoudigweg onder water laat wat niet zichtbaar is.
Daarmee bedoel ik niet dat de overheid of de handhaver buiten spel gezet moet worden. Het vraagt wel om een andere rol. Stap af van de traditionele checklistcontroles en audits. Leg de verantwoordelijkheid meer bij het bedrijf, geef ze de ruimte. Stem het toezicht af op de werkelijke borging van de risico’s. Zo ontstaat een volwassen relatie waarin vertrouwen heerst, waarbij van twee kanten een afspraak ook een afspraak is. Zo’n aanpak vraagt natuurlijk wel om bestuurlijke durf en zelfreflectie, maar wellicht ook om andere competenties van de handhavers.
Het veiligheidsbewustzijn wordt ook niet groter als een buitenstaander, hetzij een handhaver, hetzij een externe adviseur, bepaalt wat de risi-co’s zijn. Pas als de betrokken medewerkers zelf de risico’s benoemen, krijgt het eigenaarschap en veiligheidsbewustzijn een boost: mensen voelen zich eerder en meer verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid èn die van een ander. Bovendien is een goede veiligheidscultuur niet iets statisch. Er moet continu aandacht voor zijn, moet onderhouden worden, met als belangrijkste stelregel: oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Door noodsituaties na te bootsen en mensen te trainen in het juist handelen, kunnen zij bij echte calamiteiten sneller schakelen en adequaat reageren. Dat vraagt om leiderschap: het management moet laten zien dat veiligheid belangrijk is en ervoor zorgen dat er altijd tijd gemaakt wordt voor oefening en training.
Helaas zijn daarmee niet alle ongelukken te voorkomen. Waar gehakt wordt, vallen spaanders, 100% veilig is het nooit. Maar het helpt echt niet als mensen rücksichtslos regels moeten opvolgen en zonder zich bewust te zijn van de daadwerkelijke risico’s.
![](https://www.processcontrol.nl/wp-content/uploads/2025/01/PC-nieuwsbrief-banner-728x90-1.gif)