Na de brief van minister Ollongren over tekortschietende studies met betrekking tot de aanleg van een ondergronds buizentracé, lijkt het plan definitief van de baan te zijn, nu een meerderheid in de Tweede Kamer een voorstel van drie Brabantse kamerleden het tracé niet aan te leggen, heeft gesteund.

Hoewel de bewoners van de gemeenten die bij het tracé betrokken waren blij zullen zijn, is het opmerkelijk nieuws. Ten eerste had er op de plek waar het tracé zou worden aangelegd nooit gebouwd mogen worden. Lagere overheden (gemeentes) zijn daarvoor verantwoordelijk. Eveneens opvallend is dat er consequent wordt gesproken over het transport van ‘gevaarlijke stoffen’, terwijl er nog geen duidelijkheid is over de aard van de stoffen. Robert Claassen van Chemelot liet eerder te weten dat het tracé een belangrijke rol zou kunnen vervullen in de energietransitie voor het transport van CO2, waterstof en andere reststromen.