Milieudefensie, diverse andere maatschappelijke organisaties en 17.000 particulieren beginnen vandaag met hun rechtszaak tegen Shell. Volgens de aanklagers heeft Shell te weinig gedaan en doet het bedrijf nog steeds te weinig om klimaatverandering te voorkomen. De eis van de aanklagers: Shell moet de CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 2019 met 45 procent verlagen. In het klimaatakkoord is echter overeengekomen dat alle CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent moet zijn verlaagd ten opzichte van 1990.

Belangstelling

Niet eerder stond een olie&gas bedrijf voor de rechter waarbij de aanklacht te maken had met klimaatverandering. Sinds de Urgenda zaak tot op het hoogste niveau werd gevoerd en gewonnen door Urgenda, lijkt er echter een nieuwe manier te zijn ontstaan om klimaatproblematiek aan te pakken. Vanwege het unieke karakter van de zaak tegen Shell kunnen de aanklagers op de nodige belangstelling rekenen, ook vanuit het buitenland.

Grootste uitstoters

De reductiedoelstelling in het klimaatakkoord is vooral een afspraak tussen de deelnemende landen. Milieudefensie en de andere aanklagers vrezen dat grote bedrijven als Shell onder de afspraken uit denken te kunnen komen. Shell hoort bij de tien grootste uitstoters ter wereld en stoot tweemaal de totale hoeveelheid Nederlandse CO2 uit, stelt Milieudefensie.

Netto nul

Volgens Shell is het de taak van de overheid om doelen en kaders te stellen op basis waarvan consumenten en bedrijven hun gedrag zullen moeten aanpassen. Shell zegt zelf al verantwoordelijkheid te nemen en streeft naar netto nul uitstoot in 2050. Tot voor kort investeerde Shell echter nauwelijks meer dan 10 procent van het budget in duurzame oplossingen. Recent werd dat budget verhoogd naar 25 procent.

Volgens Milieudefensie gaat er nog altijd bijna 95% van de totale uitgaven bij Shell naar fossiele brandstoffen. Volgens Shell zijn de vorderingen in de rechtszaak ‘onzorgvuldig en ongefundeerd.”