Nederland moet koploper worden als het om waterstof gaat. Minister Wiebes pleitte afgelopen maandag op de virtuele energieraad voor een verregaande samenwerking tussen EU-lidstaten. Volgens de bewindsman is de grootschalige opwekking het inzet van waterstof noodzakelijk om de klimaatdoelen van 2050 te kunnen behalen.

Volgens Wiebes moet er niet alleen worden opgeschaald, maar dienen ook technische standaarden op elkaar te worden afgestemd. Wiebes vond bijval van zijn Oostenrijkse collega Leonore Gewessler. Volgens de Oostenrijkse kan waterstof ook bijdragen aan nieuwe impulsen in de economie na de coronacrisis.

Afgelopen maandag werd tevens een rapport TNO aan het Ministerie van EZ en klimaat aangeboden, waaruit blijkt dat Nederland miljarden euro’s kan besparen door waterstof op de Noordzee te gaan opwekken. Het rapport levert een belangrijke bijdrage aan de discussie over waterstof. Het kabinet lijkt steeds meer overtuigd te raken van de voordelen van de opwekking en inzet van waterstof, maar daarvoor moeten er wel knopen worden doorgehakt, benadrukt het rapport.

In Nederland ontstaan steeds meer plannen met betrekking tot waterstof. Het prestigieuze NortH2-project combineert grote windparken op zee met een nieuwe elektrolyser in de Eemshaven en zal op termijn ook op zee al waterstof gaan produceren. Port of Amsterdam werkt met een aantal grote partijen samen aan de opwek van waterstof in een kleinere elektrolyser en Neptune begint binnenkort ter hoogte van Schevingen te experimenteren met de opwek van waterstof op een platform in zee. En zo zijn er talloze projecten die uitgevoerd kunnen gaan worden.

Nederland lijkt zich bij uitstek te lenen voor een nieuwe waterstofeconomie. Een fijnmazig gasnetwerk zorgt voor een bruikbare infrastructuur, de winderige Noodzee zorgt voor de elektriciteit en de geclusterde industrie kan waterstof in plaats van aardgas inzetten in productieprocessen.