Het kabinet wil de komende tijd extra gaan investeren in een aantal markten, te weten: life sciences & health, high tech & ICT, defensie & ruimtevaart, maar ook in de industrie. In dat laatste geval gaat het om het stimuleren van digitalisering, het opleiden van technisch personeel, vergroening en circulariteit.
Geen doel op zich
Dat blijkt uit de vorige week door staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) gepresenteerde ‘Visie op de toekomst van de industrie in Nederland’. Volgens Keijzer is het belangrijk dat de geplande groei wordt bewerkstelligd door publieke en private partijen: “Groei van het aandeel industrie in onze economie is geen doel op zich, maar een middel om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst mondiaal kan blijven concurreren en minder afhankelijk is van andere landen. Het is bovendien een reële ambitie, omdat we al een innovatieve industrie hebben die bereid is om nóg slimmer te worden en omdat we beschikken over een goed opgeleide beroepsbevolking.”
NL industrie
Interessant feit is dat in Nederland de industrie (industriebreed, dus niet alleen de procesindustrie) goed is voor 12 procent van het bbp en in 10 procent van de werkgelegenheid voorziet. De Nederlandse industrie is bovendien vertegenwoordigd in verschillende branches: zowel de chemie, food&beverage, halfgeleiderproductie en machinebouw.
Het complete document kan hier worden gedownload.
