In iedere gezonde bedrijfsvoering hoort aandacht voor water thuis

PIONIERSGEEST

De afgelopen 10 jaar kaartte mijn voorganger Henk Krols vanaf deze plaats vooral thema’s als duurzaamheid en energietransitie aan. Met veel plezier neem ik dat stokje nu van hem over. Vanuit Zeeland ondersteun ik de bedrijven in onze provincie en in het (voornamelijk) westelijke deel van Brabant op het vlak van duurzaamheid en QHSE, dus met alles wat te maken heeft met kwaliteit, arbo, veiligheid en milieu. Het is niet alleen de aanwezigheid van de zee die maakt dat water hier een belangrijke rol speelt; in deze regio is de proces en chemische industrie goed vertegenwoordigd.

In iedere gezonde bedrijfsvoering hoort de aandacht voor water in de breedste zin van het woord thuis. Afgelopen zomer werd pijnlijk duidelijk dat we er niet langer op kunnen vertrouwen dat er altijd voldoende water beschikbaar is. Door de aanhoudende droogte moesten verschillende bedrijven een deel van hun bedrijfsproces tijdelijk stilleggen. Vanuit dit bedrijfsrisico bekeken, zullen bedrijven vaker over de schutting moeten kijken en samen moeten werken. Is het mogelijk om grondstoffen en resources uit te wisselen? Steeds vaker zien we dat koelwater niet zonder meer geloosd wordt, maar dat de restwarmte wordt gebruikt om producten bij de buren te verwarmen. Of dat proceswater hergebruikt wordt, hetzij binnen, hetzij buiten het bedrijf. Het loont zeker de moeite om de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken!

Bij nieuwbouw of aanpassingen van bedrijven is er ook veel aandacht voor de waterstromen. Zeker wanneer een gevaarlijke stof in het oppervlaktewater terecht komt, kan dat desastreuze gevolgen hebben voor het milieu. Nu is de administratieve last voor bedrijven sowieso hoog, maar bij nieuwbouw of uitbreiding van een bedrijf komt er helemaal een berg papierwerk kijken. De aanpak van overheden verschilt: soms wordt er goed meegedacht, maar soms tref je iemand die nog volgens het ouderwetse systeem alle risico’s even zwaar laat wegen en verwacht dat alles tot in detail wordt doorgerekend.

In de Zeeuwse havengebieden zijn er nogal wat bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan of verwerken. Dit zijn risicovolle activiteiten, die vaak vallen onder de Brzo-regelgeving (Besluit Risico Zware Ongevallen). Deze bedrijven moeten daarom voldoen aan extra eisen met betrekking tot de externe veiligheid. Dat betekent dat ze onder andere een Milieu Risico Analyse (MRA) moeten maken, waarin de kans op onvoorziene lozingen op het oppervlaktewater en het effect van deze lozingen berekend is. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een tank faalt? Wat moet je doen om de gevolgen van een dergelijke calamiteit te beperken?

Zo’n MRA is bij een nog te bouwen bedrijf trouwens een aardige klus. Je doorloopt alle processen van een bedrijf dat helemaal nog niet bestaat. Daarbij is ieder klein detail in de uitvoering belangrijk; het laden met een laadslang brengt bijvoorbeeld heel andere risico’s met zich mee dan wanneer je een laadarm toepast. En omdat ook de manier waarop het toezicht geregeld is invloed heeft op de veiligheid, krijgt dat een plaats in de MRA.

Kortom, deze bedrijven hebben de risico’s en effecten vanuit eigen ervaring in beeld en weten hoe zij die risico’s kunnen beheersen. Dan is het niet altijd zinvol om nog apart de effecten op het oppervlaktewater te beoordelen. Wij maken ons er dan ook hard voor dat overheden overstappen op een risicogerichte aanpak. Door samen rond de tafel te gaan, bepaal je wat de primaire risico’s zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de wereld veiliger wordt als je je daarop kunt focussen.

Jan Willem de Hoop • Partner en senior adviseur bij BMD Advies, de fullservice QHSE partner voor bedrijven