Zo’n 90% van de industrie zou op basis van de anderhalve meter norm kunnen functioneren, hebben economen van de Rabobank berekend. Zo’n twintig procent van het werk kan vanuit huis worden uitgevoerd. Zeventig procent van het werk kan contactloos worden uitgevoerd. De onderlinge verschillen zijn echter groot. Bovendien zeggen de economen dat bedrijven weliswaar voor een groot deel kunnen functioneren, maar dat die bedrijven daar op dit moment nog niet altijd op zijn ingericht.

(16 april) Rotterdamse haven houdt rekening met een krimp van 20%

In het eerste kwartaal van 2020 is de overslag in de Rotterdamse haven gedaald met 9,3%. Volgens Havendirecteur Allard Castelein wordt er de komende tijd rekening gehouden met een daling van het overslagvolume tussen de 10 en 20%. In 2009 was de daling overigens nog groter dan nu: -13,4%.

(14 april 11:00) DSM produceert mondmaskers voor zorg

Waar DSM twee weken geleden al de samenwerking aanging met Shell om desinfectiemiddel te produceren, is het bedrijf inmiddels gestart met de productie van FFP2-mondmasker, in samenwerking met beddenfabrikant Auping en AFPRO, leveranciers van (fijnstof)filters. Aan het einde van deze maand moeten er een miljoen maskers per week worden geproduceerd. Daarmee wordt in een kwart van de behoefte in Nederland voorzien.

(10 april 14:00) Impact corona het grootst in industriële regio’s

De economische impact van het coronavirus is het grootst in regio’s met een sterke vertegenwoordiging van industriële bedrijven. Dat stelt Rabobank in een rapport dat gister uitkwam.

Zo blijken vooral de regio’s Delfzijl, Noord-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen relatief hard te worden getroffen. Regio’s die nu voordelen hebben van agglomeratie zullen op korte termijn ook grotere gevolgen ondervinden dan andere regio’s.

(4 april 12:00) Coronamonitor online

Op Rijnmondinzicht.nl is een coronamonitor beschikbaar gemaakt om inzicht te geven in de economische (lokale) gevolgen van het coronavirus. Het doel is om het voor betrokken partijen makkelijker te maken om beslissingen te nemen. Data rondom de economische gevolgen van de crisis werd tot nu toe niet op een centrale plek in beeld gebracht. De monitor moet daar verandering in brengen.

(2 april 13:10) Nederlandse industrie toont in maart nog groeicijfers

Ondanks de coronamaatregelen die in maart van kracht werden, schrijft de Nederlandse industrie over de laatste maand van het eerste kwartaal nog positieve cijfers. Dat is uitzonderlijke, want alle andere Europese landen noteren in maart al rode cijfers. In Nederland zakte de Nevi index van 52,9 naar 50,5.

De positieve cijfers worden vooral veroorzaakt door de stijging in verkoop van consumentengoederen. Overigens is de Nevi vrij duidelijk over een aanstaande recessie. “Het lijkt nauwelijks voorstelbaar dat een open economie als de Nederlandse immuun blijkt te zijn voor deze mondiale crisis”, laten de onderzoekers weten.

(31 maart 13:00) Regeling noodfonds gaat 6 april open

Minister Wouter Koolmees heeft vanmorgen uitgelegd hoe het nieuwe NOW noodfonds in elkaar zit. Hier vindt u een korte uitleg.

(30 maart 17:10) Belgische bierbrouwers maken handgel

Nadat vorige week bekend werd dat Shell en DSM de handen ineenslaan om de tekorten aan desinfecterende handgel aan te vullen, komt Belgische bierbrouwer AB InBev (Jupiler, Leffe, Hertog Jan etc) met het plan om uit de alcohol die vrijkomt bij de productie van alcoholvrij bier te gaan inzetten voor de productie van desinfecterende handgel. Het bedrijf denkt 50.000 liter ontsmettingsmiddel te kunnen gaan maken en doneert het middel aan Belgische ziekenhuizen en ziekenhuizen in omringende landen.

(30 maart 17:00) ABN: industrie krimpt met 10%

Volgens een sectorprognose van de ABN krijgt de industrie de op één na grootste economische tik door de coronacrisis. Economen voorspellen een volumedaling van 10%. De Nederlandse economie als geheel zou volgens de economen zo’n 3,5% krimpen. Vorige week becijferde het CPB nog dat die krimp vooral afhangt van de duur van de coronacrisis. De krimp van de economie zou bij die schattingen tussen de 1 en 10% bedragen.

De Duitse auto-industrie, die het al moeilijk had, stagneerde na het uitbreken van de crisis. Toeleveranciers voor de autobouwers hebben het daardoor ook moeilijk. Ook andere branches hebben het moeilijk doordat onderdelen uit het buitenland niet geleverd kunnen worden. Machinebouwers komen daardoor in de problemen.

En dan is er binnen Europa ook een tekort aan materiaal en personeel door complexe grenscontroles, ziekteverzuim en terugkeer van personeel naar hun geboorteland.