Ageing: neem veroudering mee in ontwerp | Henk Krols

Het venijn zit ‘m in de staart: de opvolging van geconstateerde gebreken…

 

Het RIVM analyseerde afgelopen jaar twaalf incidenten met gevaarlijke stoffen bij grote chemische bedrijven in Nederland. Opvallend: in 30 procent van de gevallen was er sprake van ‘ageing’: het effect waarbij een component lijdt aan een of meer vormen van materiaal verslechtering en beschadiging, waardoor de kans op falen met het verloop van de tijd toeneemt. Omdat er slechts twaalf recente incidenten door het RIVM werden onderzocht, is het nog niet mogelijk hierin een algemeen patroon te ontdekken. Het percentage ongevallen van het RIVM-onderzoek komt echter wel overeen met dat van een eerdere Britse studie. Daarbij vallen verschillende zaken op, waarvan onvoldoende beheersing van materiële toestand en procescondities er één van is. Zo was er sprake van corrosie van een leiding, een scheur in een breekplaat en schuimvorming in een installatie, oftewel ageing.

Hoewel de aandacht van de overheid voor ageing zich op dit moment nog toespitst op de Brzo-bedrijven, vormen falende installaties altijd een bedrijfsrisico, ongeacht de grootte van het bedrijf of de branche waarin u opereert. Gelukkig hebben ook steeds meer productiebedrijven oog voor ageing. Daarbij gaat het niet alleen over de leeftijd en de bedrijfstijd van het machinepark, het gaat vooral over de conditie van een installatie en hoe deze door de tijd heen verandert. Het is dus belangrijk om in een vroeg stadium te weten hoe het verouderingsproces plaatsvindt en daar rekening mee te houden: dat begint zelfs al bij het ontwerp! Vervolgens is ook het onderhoud uiteraard van groot belang: goed onderhouden installaties zijn betrouwbaar in de bedrijfsvoering en leveren minder discontinuïteit. In de praktijk zien we dan ook dat steeds vaker een hoofdstuk over ageing wordt opgenomen in het managementsysteem, veiligheidsbeheerssysteem of een onderhoudsmanagementsysteem.

Vaak worden keuringen en/of inspecties wel op tijd gepland en uitgevoerd. Het venijn zit ‘m in de staart: de opvolging van geconstateerde gebreken. Dat is te voorkomen door het gebruik van een onderhoudssysteem met een logboek. Hierin wordt vastgelegd op welke manier de conditie van de installaties en apparatuur in de gaten wordt gehouden en wat de frequentie van onderhoud moet zijn. In het logboek wordt vervolgens genoteerd wie er wanneer is geweest en wat het resultaat was. Zijn er gebreken geconstateerd, moet er actie worden genomen, zijn er herstelwerkzaamheden uitgevoerd? Wanneer de installatie bij herstel- of onderhoudswerkzaamheden wordt aangepast, kunnen nieuwe risico’s ontstaan. Daarom moeten dergelijke wijzigingen ook systematisch in een veiligheidsbeoordeling of RI&E worden meegenomen. Eventuele risico’s worden daarmee in kaart gebracht en kunnen beter beheerst worden. Denk er ook aan dat het CE-keurmerk niet meer geldig is wanneer een machine wordt aangepast: de machine of installatie zal opnieuw gekeurd moeten worden.

Tot slot: de staat van installaties en apparatuur is niet het enige dat bewaakt moet worden. Ageing reikt verder: het gaat ook om de risico’s die verouderde technieken of elektronische systemen en software met zich meebrengen. Daarnaast is het van belang dat u ervoor zorgt dat procedures niet verouderen en kennis niet wegvloeit als een medewerker wegvalt.