column
Tussen alle berichtgeving over al het oorlogsgeweld en de verkiezingsstrijd viel het nieuwsitem bijna in het niet: de brief van demissionair minister Dijkgraaf aan eindexamenkandidaten. Daarin riep hij ook havo- en vwo-leerlingen op toch eens na te denken over een mboopleiding. Die oproep is veel ondernemers uit het hart gegrepen. Hoewel de arbeidsmarktkrapte op dit moment overal voelbaar is, is de vraag naar mensen met een praktijkopleiding het allergrootste. En dat is al jaren zo. Wat ik vooral mooi vond, waren de interviews met vwo-leerlingen die heel bewust voor een mbo-opleiding hadden gekozen. Zij werden niet gelukkig van een toekomstbeeld waarin ze hele dagen achter een computer zouden zitten. Waar ze wel gelukkig van werdenÀ Hun talent inzetten om te doen, om dingen te maken, te repareren en draaiende te houden.
Een opleiding zegt lang niet alles over de capaciteiten van iemand. Het is waarom wij zelf al een tijdje geen opleidingsniveau meer opnemen in onze vacatureteksten. Enthousiasme vinden wij wel belangrijk. De wil om bij te dragen aan de duurzame ambities van bedrijven. Ook willen we het gevoel krijgen dat iemand kan groeien in de rol die wij voor ogen hebben. En dat deze past in het team.
Mensen aantrekken is al niet eenvoudig, hen vasthouden is een nog veel grotere opgave. Dat merk ik niet alleen binnen ons eigen bedrijf, maar hoor ik ook van de ondernemers die wij ondersteunen. Daarom ontwikkelden wij een uitgebreid ‘onboarding programma’. Hierin trekken de nieuwelingen uit het hele land een aantal dagen met elkaar op. We laten natuurlijk zien hoe het bedrijf werkt en wat we kunnen betekenen voor onze klanten. Daarnaast besteden we heel veel aandacht aan de persoon zelf. Wat inspireert jou, waar liggen je talenten, waar wil je naar toeÀ Maar ook: hoe steek je in elkaar en hoe kun jij als onderdeel van het team bijdragen aan het resultaat dat we met elkaar willen behalen?
Mensen willen hun talenten inzetten, maar zijn ook op zoek naar zingeving. Ze willen werk dat er toe doet en een bijdrage leveren aan het bedrijf of de maatschappij. Dat geldt zeker voor de jongere werknemers. Zij zijn vaak vol overtuiging en kritisch over wat de directie roept. Sowieso is de maatschappij kritischer geworden. Jongeren hebben meer geleerd om zich uit te spreken, voor groepen te staan en hun mening te geven. Als ze die op een positieve manier inbrengen, dan word ik daar blij van. Ik merk dat de jongeren ook goed zijn in het tot elkaar brengen van mensen en vaak multidisciplinair zijn. Of het nu mbo’ers, hbo’ers of wo’ers zijn; er wordt actief meegedacht. Door die ruimte te geven, voelen mensen zich gehoord, wat hen dan weer motiveert om nog een stapje extra te doen.
Blijf als werkgever ook alert. Het is vaak verleidelijk om te blijven hangen bij de werkzaamheden waarvoor je iemand hebt aangenomen. Maar kijk eens of er meer in zit en daag je medewerkers uit. Zo hou je het interessant en ontdek je nieuwe talenten. Daar waar we vroeger vaak een persoon koppelden aan een klant, doen we dat nu met een heel team. Hierdoor worden verschillende werkvelden gecombineerd en kan iedereen datgene aan het project toevoegen waarin hij of zij uitblinkt. Het maakt het team beter, maar het maakt vooral dat de klant beter geholpen wordt. Het enige nadeel daarvan is, dat de klantvraag toeneemt en we weer op zoek moeten naar nieuw talent om die vraag aan te kunnen.
